Wanneer de bevalling begint, gaan de spiervezels in de wand van de baarmoeder zich gezamenlijk regelmatig samen trekken. De baarmoedermond wordt week en verstrijkt en gaat dan langzaam open. De druk van de vliezen en het hoofdje van het kind helpen ook mee de cervix open te duwen. De baarmoeder bevat veel zenuwen, de weeën en de druk ervaren we daardoor vaak als pijnlijk. Bovendien hangt de baarmoeder met banden (een soort spieren) aan het bekken. De banden staan onder spanning omdat de baarmoeder gegroeid is. Als de baarmoeder samentrekt tijdens een wee, komt er nog meer spanning op de banden. Dit geeft ook pijn. De banden lopen van de baarmoeder naar diverse plekken van het bekken waardoor de pijn op verschillende plekken kan zitten. De ene barende heeft vooral pijn onder in de buik, terwijl een andere lage rugpijn heeft die ook kan uitstralen naar haar benen (rug- en/of beenweeën). Weeën doen meestal zeer, de manier waarop je ermee omgaat maakt het verschil! Pijn is op zichzelf alleen een sensatie: pijn wordt pas wel of niet lijden door wat we er zelf bij denken en voelen.

De invloed van hormonen, ontspanning, overgave, stress en angst op pijn

Oxytocine is het hormoon wat zorgt voor regelmatige weeën. Het proces versterkt zichzelf, hoe meer weeën, hoe meer oxytocine je gaat aanmaken, met als gevolg meer en krachtigere weeën en een snellere ontsluitingsperiode. Door de weeën wordt de bovenkant van de baarmoeder langzaam dikker terwijl de baarmoedermond dunner wordt en open gaat. Uiteindelijk is cervix helemaal open en de bovenkant dik genoeg geworden om de baby krachtig naar beneden en naar buiten te gaan duwen. Adrenaline heeft een tegenstelde werking aan oxytocine en ontstaat door angst, stress en onrust. Adrenaline zorgt ervoor dat oxytocine minder goed haar werk kan doen waardoor je bevalling minder goed op gang komt of zelfs stagneert. Adrenaline geeft ook spanning in je lijf wat weer meer angst, stress en pijn kan veroorzaken.

Daarom is het belangrijk om de oxytocine zo goed mogelijk haar werk te laten doen. Dat lukt door vooraf goed geïnformeerd te zijn over wat je kunt verwachten bij je bevalling en zelfvertrouwen te hebben. Vertrouwen in het feit dat jij straks je kind zelf op de wereld kunt zetten en de bevalling aan kunt. Ontspannen lukt vaak het beste in een vertrouwde omgeving en een sfeer waar jij je prettig voelt. Dan kun je jezelf compleet overgeven aan de kracht van de weeën en de pijn en mee gaan in de stroom. Je zult hiervoor de controle moeten loslaten en je lijf haar werk laten doen. Dat helpt om je bevalling gemakkelijker, sneller en minder pijnlijk te laten verlopen. Overgeven lukt als je vertrouwen hebt in je eigen lichaam, fijne begeleiding hebt en accepteert dat weeën pijn doen maar dat je dat aan kunt. Luister naar je eigen lijf. Wees je bewust van wat jij nodig hebt. Dit kan zijn je eigen omgeving (thuis) of juist liever het ziekenhuis. Maar ook de juiste personen om je heen, muziek, een bad of douche, verschillende houdingen, kaarsen, geuren etc. Als je je goed kunt overgeven aan de weeën dan maakt je lijf extra endorfinen aan. Dit stofje werkt als natuurlijke pijnstiller en helpt je de weeën beter te verdragen. Vrouwen kunnen hier heel stoned van worden, zo bijzonder om te zien! De endorfinen zijn vooral actief in de tweede helft van de ontsluiting. De productie ervan wordt net als bij oxytocine geholpen door rust en ontspanning. Een van de belangrijkste dingen is dus om de hormonen ongestoord te laten razen en dit proces zo min mogelijk te verstoren door ingrijpen van buitenaf. Voorbeelden hiervan zijn teveel mensen om je heen, een houding die niet prettig is, kou, angst, iemand die iets aan jou wil onderzoeken en je stoort of een ritje naar het ziekenhuis. Al deze dingen kunnen de weeën doen afremmen. Hoe eerder je je tijdens de bevalling compleet kunt overgeven aan de weeën en je ongestoord, warm en veilig voelt hoe soepeler je bevalling dus verloopt!

 

Tips om de weeen op te helpen vangen:

  • Zorg dat je goed op de hoogte bent van wat je tijdens je bevalling kunt verwachten.
  • Heb vertrouwen in jezelf, je lichaam en de mensen om je heen. Leer te vertrouwen in plaats van te handelen uit angst. Angst gaat altijd over de toekomst, iets wat mogelijk zou kunnen gebeuren. Het enige wat realiteit is en waar je invloed op kunt uitoefenen, is altijd het nu.
  • Zoek in het begin afleiding, bijvoorbeeld door tv te kijken of naar muziek te luisteren.
  • Zorg dat je het lekker warm hebt, ga in bad of onder de douche, trek warme sokken aan en leg een kruik tegen je buik of in je rug.
  • Denk bij jezelf: een wee duurt maar een minuut, een minuut dat kan ik, daarna kan ik weer even uitrusten.
  • Laat je masseren. Dit werkt als afleiding en het helpt je je spieren ontspannen.
  • Zoek een houding waarin jij je prettig voelt en de wee het beste op kunt vangen.
  • Concentreer je op je ademhaling. Ademhalingstechnieken werken goed om je aandacht op te richten tijdens de wee. Hierdoor denk je minder aan de pijn van de wee en overspoelt hij je minder.
  • Denk aan hoe je reageert als je erge pijn hebt, bijvoorbeeld tijdens een menstruatie of als je een teen stoot. Wat is je reactie daarop? Wat gebeurde er in je lijf? Hoe voelde dit?
  • Wat je tijdens een wee het beste kunt doen is zoveel mogelijk je spieren loslaten, er bouwt zich dan geen spanning op. Stel je eens voor hoe jij dat doet.
  • Stel je voor dat je je tijdens de pijn compleet overgeeft en ontspant. Ontspan je spieren, maak je zwaar en concentreer je op iets anders. Bijvoorbeeld je ademhaling. Dit oefenen met visualiseren kan je straks bij je bevalling helpen, je kunt dan ook in een moeilijkere situatie gemakkelijker loslaten.
  • Alles wat jou helpt om de weeën op te vangen is goed, niks is gek. Houd je omgeving zo rustig mogelijk, creëer een prettige sfeer, vermijd felle lichten en plotselinge geluiden. Beweeg, maak zelf wel geluid als dat helpt en vertel wat je nodig hebt.
  • Bedenk dat jij altijd de regie houdt, en wanneer jij het even niet kunt dan doen je  verloskundige en je partner dat voor jou. Niks is verplicht, er gebeurt niets zonder uitleg en jouw toestemming. Het is mijn taak om hier voor jou op te letten en hier mee te helpen. Een geboorteplan helpt je op een rijtje zetten wat je wensen zijn tijdens de geboorte.
  • Andere hulpverleners zoals bijvoorbeeld de artsen en verpleegkundigen in het ziekenhuis staan er vaak best voor open om zich aan je wensen aan te passen, wanneer die wensen vriendelijk, positief en zelfverzekerd worden geuit. Ik help jullie daarmee.

Pijnstilling

Pijn bij een bevalling is anders dan pijn als gevolg van een verwonding. Baringspijn is een natuurlijke pijn. Het lijkt op menstruatiepijn maar is veel intenser. Kenmerkend voor bevallingspijn is dat het in golven komt en dat er hierna altijd een rustperiode volgt. In die rustperiode heb je even geen pijn.

Hoe pijnlijk een bevalling uiteindelijk zal zijn is niet te voorspellen. Iedereen heeft een andere pijngrens en beleeft het op haar eigen manier. Het kan gebeuren dat de pijn als ondraaglijk wordt ervaren. Te allen tijde nemen jullie zelf de beslissing of je wel of niet gebruik wilt maken van de mogelijkheden op het gebied van medicinale pijnstilling.

In de zwangerschap bespreken we alle voor- en nadelen hiervan. Tijdens de baring zullen we samen de mogelijkheden van pijnstilling weer op het moment bespreken als jij aan geeft dat je dit graag wilt. Welke soort pijnstilling het meest geschikt is, is afhankelijk van de fase waarin de bevalling zich bevindt, hoe de weeen zijn en het hoeveelste kindje je verwacht. Medicinale pijnstilling is thuis niet mogelijk. Hiervoor ga je altijd naar het ziekenhuis en neemt de verloskundige van het ziekenhuis of de gynaecoloog de zorg rondom de bevalling over. Ik ga als dan altijd mee en blijf als steun en toeverlaat als jullie dat fijn vinden.

Kiezen voor pijnstilling is niet perse goed of fout. Het is niet zo dat je minder trots op jezelf kunt zijn als je pijnstilling nodig had. Een kind baren blijft altijd een topprestatie, hoe de bevalling ook loopt! Soms kan een ruggenprik als je bijvoorbeeld heel moe bent door een trage aanloop juist net de noodzakelijke rust geven waardoor je uiteindelijk genoeg kracht hebt om toch vaginaal te bevallen. Het is wel zo dat pijnstilling altijd het hierboven beschreven zichzelf steeds versterkende hormonale proces beïnvloedt. Je kunt dus niet de pijn stillen zonder dat dit het bevalproces verandert. De weeen nemen bijvoorbeeld meestal af. Daarom is het als het kan het beste om alle hormonen in je lijf ongestoord te laten razen totdat je baby geboren is. Wordt de pijn of de moeheid te erg, dan is het ziekenhuis gelukkig vlakbij en pijnstilling snel geregeld. Het is wel belangrijk om je bewust te zijn van het feit dat je afhankelijk van je keuze een heel andere bevalervaring zult hebben. Kiezen voor pijnstilling heeft zijn weerslag op hoe je kunt bewegen, de kans op andere interventies, de plek en de sfeer en de mensen rondom de bevalling. In de zwangerschap komt dit onderwerp uitgebreid aan bod.

Lees in de KNOV brochure ‘Jouw bevalling, hoe ga je om met pijn?’ meer over soorten pijnstilling.